2 juli 1977 Hoge Vaart, Dronten
Dit was weer eens zo'n dag dat je het gevoel hebt dat het op de één of andere manier niet mag lukken. Dit begint direct al bij het opstaan. je haalt de ene stommiteit na de andere uit en in plaats van de bed weer in te duiken, ga je door in de hoop dat het tij nog keert. Deze keer ging dat echter niet op. de omstandigheden aan het water waren ideaal, maar voor mij gold een vangstverbod. behalve dan die ene brasem van plus minus 30 cm. We hadden zo'n half uur zitten vissen en Jan vroeg me of ik al beet had gezien. Mijn antwoord was ontkennend, hoewel dit vrijwel direct daarna werd gelogenstraft. Een leuke opsteker verraadde de eerste en enige vis van deze dag.
Jan daarentegen ging rustig door en wist maar liefst 13 vissen te bemachtigen. Echt grote waren er niet bij en zodoende werd het voor mij een ergerlijke bezigheid om er voor "Piet Snot" bij te zitten en zelfs geen beet te zien. Uit verveling ging ik maar eens in de tocht kijken en wat daar te zien was, deed mijn hart bijna stil staan. Het barste er werkelijk van de vis en wat voor! Loeders van brasems en ook karpers zwommen in grote aantallen aan de oppervlakte. Ze wroetten met hun kop tussen de waterplanten en zwaaiden ondertussen met hun staart boven water. Langs en tussen de kapotte beschoeiing, zwommen ook flinke vissen, echter niet volledig aan de oppervlakte, maar ik neem aan dat het voorns waren.
Later heb ik mijn hengel opgehaald, maar deze vissen waren niet te vangen. Ze speelden uitsluitend, zelfs met de dobber! Zo'n rijkdom aan vis vormt wel een uitdaging en met Jeroens Dyst heb ik inmiddels afgesproken dat we het binnenkort eens proberen en dan met name op karper. Hij heeft erg veel ervaring met deze vis in plantenrijk water, wat het erg moeilijk maakt. Dus vooruitkijken maar weer en verwachtingsvol uitzien naar betere dagen dan deze. Vis zit er in ieder geval wet.
3 juli 1977 Hoge Vaart, Dronten
Verder dan deze tijd - en plaatsaanduiding is het in het jaar 1977 niet gekomen. Wel is er sinds die datum nog zo'n twintig keer gevist, maar het schrijven van de daarbij behorende geschiedenissen is er helaas bij gebleven. Nu, 5 maart 1978, ben ik er toch nog eens bij gaan zitten om aan de hand van de visstaat alsnog enkele opmerkelijke dingen op papier te zetten, zodat niet alles naar het land der vergetelheid wordt verwezen.
van het Wisentbos weet ik me nog te herinneren dat we, Greetje en ik, op 7 juli naar deze plek zijn getogen omdat we samen met Henk Noord en Chris Huizinga een 's zomers avondje vissen zouden doorbrengen. Henk en Chris waren al bezig en om het gezellig te houden gingen we vlak bij hen aan het kanaal zitten, terwijl zij achter de afscheiding in de doodlopende tocht visten.
Hoewel het kanaal direct een paling prijs gaf, zochten wij echter al snel ons heil in de tocht, want het stromende water in het kanaal voerde zoveel riet e.d. mee dat prettig vissen onmogelijk was. Henk en Chris wisten al verscheidene brasems van respectabele afmetingen in het net te doen belanden, terwijl onze dobbers geen enkele reactie verraadden . Voor Greetje zou hierin geen verandering komen. D.w.z. wel beet maar geen goede aanslag. Hoewel dit laatste ook gold voor mijn werphengel, wist ik toch nog twee mooie brasems van resp. 42 en 52 cm in het schepnet te doen belanden. Op de werphengel had ik één maal bijzonder goed beet, maar de aanslag mislukte, zodat alleen een V-golf de vluchtroute van de belaagde vis verraadde.
Toch was het een erg fijne avond waaraan ook Henk Noord nog wel eens zal terugdenken, want een erg grote brasem wist ondanks alle mogelijke weerstand het riet te bereiken en daarmee de vrijheid.
9 juli Zuigerplaspark, Lelystad
Dan was er 9 juli een viswedstrijd door het CDI (Centraal Diergeneeskundig Instituut, waar Greetje destijds werkzaam was) georganiseerd nabij het Zuigerplaspark te Lelystad. In een ondiepe tocht die op de grote plas uitkomt, mochten we onze krachten meten. Het lukte ons om zowel de tweede als de derde plaats te bezetten, wat de totale lengte betrof. De vangst was echter niet buitengewoon, hoewel die ene brasem van Greetje met enig geluk werd geland. Greetje meende zover terug te moeten lopen, dat ze elk contact met de vis verloor en we waren dan ook erg verbaasd toen bleek dat de vis in het schepnet zich net voordien van de haak had weten te ontdoen. Pech dus voor de vis, geluk voor Greetje ....... en dus toch een goede visser!
14 juli 1977 Lelystad
Dit was dag waarop ik mijn eerste karper(tje) ving. In een vijver, waarvan het water hevig door de wind werd beroerd, viel mij dit geluk ten deel. Samen met Jeroen Dyst, zou ik mijn geluk gaan beproeven, dat echter alleen mij toe kwam. Zeker niet groot (27 cm), maar wel heel welkom. Dankzij Jeroen ben ik weer een ervaring rijker en dat dit werd dus ook vastgelegd, middels bijgaande foto.
1 augustus 1977, Hoge Vaart, Biddinghuizen
Een andere ontdekking voor mij, was de Hoge Vaart bij Biddinghuizen, waar wij samen met Jan zijn gaan vissen. Lekker achter de bosjes en over de begroeiing, langs de kant vissend, hebben we een fijne avond beleefd. Vier flinke brasems en een voorn doen mij nu nog met veel plezier terugdenken aan die momenten. Sindsdien ben ik er nog wel eens geweest, niet altijd even succesvol, maar nooit met lege handen. In ieder geval een stekkie om aan te denken als er een straffe noorden wind staat.
4 augustus 1977, Hoge Vaart, Boudewijnlaan
Deze dag zat ik langs de waterkant en zag iets langs de oever bewegen. Eerst meende ik dat het, zoals wel vaker, een kikker zou zijn. Maar toen het "voorwerp" werd geschept, bleek het tot mijn stomme verbazing een zeelt te zijn. Deze had echter een abnormale stand van de staart, iets wat we later in Lelystad bij Jeroen Dyst voor het huis, ook bij een karper constateerden. We hebben het vermoeden dat het iets met botulisme te maken heeft, maar daar zal het voorlopig wel bij blijven. Toch blijft het feit dat is gebleken dat er in de polder ook zeelt te vangen moet zijn. Zonder afwijkingen wel te verstaan.
7 augustus 1977, Hoge Vaart, de Blankvoorn
Ook dit is zo'n plaats waar in 1977 altijd wel iets te beleven viel. Jan heeft met deze stek echter niet zoveel op. Vooral sinds deze dag, waarop ik dertien flinke vissen ving, tegen een stuk of drie, waarop hij de hand wist te leggen. het tegenovergestelde gebeurt echter ook dikwijls en is derhalve geen punt om je over te beklagen.
4 september 1977, Hoge Vaart, Dronten
Dit werd een gedenkwaardige dag, een dag waarop ik met Greetje zou gaan zwemmen. 's Morgens zou er echter eerst worden gevist en hoewel het voor mij niet florissant was, wist Jan niet van ophouden. Daarom ging ik mijn geluk nog eens beproeven in de tocht en niet zonder succes. Prachtige ruisvoorns namen vlot het kleine balletje deeg, maar dar bleef het niet bij, want plotseling was er die meun (kopvoorn) van 40 cm die voor een prachtig spektakel zorgde. met zo'n 40 cm was het een goede vechter, die uiteindelijk toch in het net belandde. Voor mij was er niets meer dat die dag kon verpesten. Ook Greetje niet, die al gauw daarna bijzonder boos kwam aanrijden om ons behoorlijk in te peperen, en terecht. Dus ging ik braaf mee zwemmen, wat niet wegneemt dat het kleine dichtbegroeide tochtje behoorlijk in mijn achting is gestegen.
11 september 1977, Hoge Vaart, Blankvoorn
Derhalve gingen we 11 september weer naar de tocht, toen de Blankvoorn Jan opnieuw windeieren legde. Die keer lukte het me maar het liefst zo'n veertig voorns te vangen. Dus ook een plek om op terug te grijpen als je aasvoorns nodig hebt.