Het nieuwe visseizoen 1977 - 1978
Eindelijk was het dan weer zover, na een periode van rusteloos wachten en het treffen van de voorbereidingen, konden we er weer op uittrekken. Voordien was dus het nodige onderhoud gepleegd en enkele kleine aanschaffingen gedaan, zoals rolletjes snoer en wat haakjes. Verder was alles nog in ruime mate aanwezig. Jan v.d. Veen daarentegen complementeerde zijn uitrusting verder om het nieuwe seizoen volwaardig tegemoet te treden. En zo trokken we er de 28e mei vol goede moed op uit.
23 januari 1977 Hoge Vaart, Dronten
Het begin van dit jaar begon zoals het voorgaande jaar was geëindigd. Alle pogingen ten spijt (diepte veranderen, aas wisselen) verried geen enkele vis zijn aanwezigheid. Opmerkelijk waren daarentegen de vele zwanen, die hier nog steeds verblijven. Dit tegen al mijn verwachtingen in. Misschien hangt dit samen met de zachte winter die we tot nu toe hebben. Behalve de zwanen zijn er ook de ganzen die onophoudelijk overvliegen en dat in alle windrichtingen. Er is geen peil op te trekken, behalve de veronderstelling fat ze het randmerengebied als overwinteringsgebied hebben gekozen. Misschien kom ik daar nog eens achter. Voorlopig zie ik echter met groot verlangen uit naar het nieuwe visseizoen. Een mildere temperatuur heeft toch echt wel mijn voorkeur en derhalve blijven mijn visactiviteiten voorlopig nog op een laag pitje staan.
28 mei 1977 Hoge Vaart, Dronten
Het begon nog maar net te dagen, toen we langs de Zwolse Tocht naar de Hoge Vaart reden. we hadden dit punt gekozen in verband met de te verwachten windrichting. Hier legden we dit jaar dus voor het eerst de lijntjes uit en voor mij werd het een zeer goed begin. Tien vissen moesten gedurende enige tijd genoegen nemen met een beperkte bewegingsvrijheid. Hierbij waren vijf brasems met zeer respectabele afmetingen. Variërend van 40 tot 50 cm. Dit betekende dus tevens een nieuw persoonlijk record.
Eerst leek het er niet op dat de vangst zo zou gaan verlopen, want het duurde nogal even voordat de eerste vis zich meldde. Een brasem van ongeveer 30 cm was haantje de eerste die het leefnet in dook. Hij werd gevolgd door nog eens vier maatgenoten, waarvan één voorn op de werphengel werd gevangen. Ik wachtte even met aanslaan tot de vis de lijn voldoende strak had gezwommen om te kunnen aanslaan en dat lukte bijzonder goed. Helaas bleef het wat de werphengel betrof bij deze ene vis.
Op de vaste hengel ging het echter veel beter. Opmerkelijk was het verschil in vechtlust dat de grote brasems aan de dag legden. Er was namelijk een aantal vissen bij dat nog paaiuitslag vertoonde, variërend van alleen de rug tot vrijwel het hele lichaam. Die uitslag bestaat uit knobbeltjes op de huid van vooral de kop en de rug en schijnt belangrijk te zijn bij de vorming van hom en kuit. Nu was het zo dat de vissen die deze uitslag vertoonden veel meer weerstand boden dan zij die geen uitslag hadden. dat waren met recht slappe dweilen. ze schenen wel moe gestreden van het paaien.
Voor mij was het dus een hoopvol begin van het nieuwe jaar, hoewel het me spijt van die ene vis waarvoor het lijntje (0,16) niet sterk genoeg meer bleek. Jan moest helaas genoegen nemen met slechts één vis. Dus wel een grote tegenvaller, maar de revanche liet niet lang op zich wachten!
29 mei 1977 Swiftervaart
In tegenstelling tot de vorige dag verliep het deze keer heel wat slechter. We hadden het op voor ons onbekend viswater gemunt, wat gezien de noorden wind erg gunstig zou liggen. het bleek inderdaad een prachtig viswater, iets minder diep dan de Hoge Vaart, maar wel visrijk. desondanks waren we niet erg gelukkig. Door mij lieten zich slechts twee vissen verleiden tot in het schepnet. Jan wist er vier te vangen, hoewel zijn dobber minder belangstelling van de waterbewoners voor het aas registreerde. Met het gevoel geen vis te mogen vangen, miste ik wel vijf aanbeten, al dan niet met enige weerstand. En alsof het nog niet genoeg was, ging er ook nog één door de lijn. Een echte pechdag zou men het kunnen noemen., maar wel met de wetenschap, dat we een prachtig stekkie er bij hebben waar we nog vaak ons geluk zullen gaan beproeven.
30 mei 1977 Hoge Vaart / Swiftervaart
Voor deze visdag waren Chris en Rika naar Dronten gekomen. We verheugden ons op een dag als vanouds, maar het weer zat ons niet erg mee. Om 5.00 uur ging het nog wel en Chris wist weer menig visje uit de Hoge Vaart te trekken. Voor mij echter weinig soelaas. Voor mij zou deze dag weinig verschillen van de voorgaande. na geruime tijd nam een brasem van zo'n 34 cm het aas en werd veroordeeld tot enige tijd hechtenis in het leefnet. Met het verstrijken van de tijd werd het steeds moeilijker om de aanbeten waar te nemen. Het enige en laatste wat ik deze dag ving was een kleine paling (+/- 20 cm), die de dobber langzaam weg liet drijven. het was zo'n kanjer dat ik niet eens wist of er iets gehaakt was, totdat het diertje zichtbaar werd. Zodoende kreeg de brasem nog enige tijd gezelschap. Om 8.00 uur was het ondoenlijk geworden om verder te vissen, zo joeg de wind over het kanaal en daarom besloten we te verkassen.
Aan de Swiftervaart troffen we, in de luwte van de noordelijke oever, jan aan, die zes vissen had weten te verschalken. het water was er prachtig rustig, maar geleidelijk aan kwam er ook hier meer wind. Gelukkig voor Chris wist hij nog vier stuks te vangen, maar voor mij en Jan bleef het 0,0. Na het hoopvolle begin van 28 mei dus wel een behoorlijke teleurstelling, maar de aanhouders wint immers (ooit)!
31 mei 1977 Revanche
De Pinksterdagen liggen al weer achter ons. Het dagelijks leven heeft zijn gang weer opgepakt. Jan heeft echter nog vakantie en is daarom ook deze dag vroeg opgestaan om zijn geluk te beproeven en niet zonder succes. Toen ik tussen de middag thuis kwam zei hij me een visje voor het aquarium te hebben meegenomen. Binnengekomen bij hem thuis, vroeg hij me mee te komen naar boven. Dat rook naar mijn idee naar iets totaal anders dan een aquarium en inderdaad, in het babybadje zwom een karper van zeker een halve meter. Jan had het gepresteerd een vis te vangen waar ikzelf nog steeds reikhalzend naar uitkeek. Het was een prachtige schubkarper die hij zijn 0,16 brasemtuigje met een Limerick 8 haakje had gevangen. Hij was er zeker 5 minuten mee bezig, zo vertelde hij. Dit leverde hem de revanche op t.o.v. mijn vangst op 28 mei, waarbij Jan zijn vangst toen schamel af stak.