 |
| Overal jong leven om je heen, heerlijk om er midden in te zitten. |
 |
| Overal zie je de libellen langs de oevers vliegen. |
 |
| De juffers paren in grote getale dicht bij elkaar. |
 |
| Alle mensen genieten op hun eigen manier van het mooie weer. |
 |
| Dit is eten voor het jong, eten dat pas na vele behandelingen in de snavel paste. |
 |
| Telkens probeerde het jong het visje te eten, maar pas toen mama het had gesloopt, paste het. |
 |
| Eigenlijk zie ik ze altijd staan of vliegen, maar deze reiger was er bij gaan liggen. |
 |
| En dan was er ook nog een haas op het eind. |
