Toch weer een dikke veertiger. |
Er is waarschijnlijk stroming, na hele lange tijd. Het water staat nog laag bij de helling. Ik ben benieuwd of het water inderdaad op komt en zo ja, hoe de vis er op reageert. En ja hoor, er staat stroming bij de kop van de rivier. Het water stroomt de put op en dus is het stijgend. Ik laat de Minn Kota zakken en ga direct verticaal aan de slag.
De eerste vis. |
Als ik wil verkassen, komt mijn collega aan gescheurd. Hij had ook gezien dat de rivier was gaan stromen! We spraken even met elkaar en vervolgden toen onze eigen weg. Ik sleep een stuk stroomopwaarts: niets. Dan weer verticalen: niets. Toch maar weer een stukje slepen, langs een mooi talud tussen de kribben en jawel hoor. Ik hanteer de hengel die flink krom staat. Oorzaak: een flinke winde.
Een stukje verder dobbert een andere collega, met twee gasten aan boord. Hij is de hele dag al onderweg en zijn gezicht staat somber. Ze hebben tot nu toe ook slechts twee vissen weten te vangen.
Dus ben ik ineens heel tevreden met de twee die ik heb mogen vangen. Dat het niet vanzelf gaat is wel duidelijk. Zeker bij het verticaal vissen blijkt dat de vissen nog niet op de geijkte stekken liggen. Waarschijnlijk stroomt het daar nog niet voldoende voor.
De baarzen maakten deze dag goed. |
Hoewel ik nog enige tijd door zet en varieer qua techniek, komt er geen vis meer bij. terug bij de helling krijg ik voorrang en hulp bij het traileren van mijn collega die verticaal twee vissen heft weten te vangen. Ik ben blij met deze heerlijke middag op het water en de ontmoetingen met mijn collega's.
En natuurlijk ook met de vangst. Ik ben mooi op tijd weer terug bij mijn zieke echtgenote in het besef extra blij te zijn met mijn goede gezondheid.