Het is weer gelukt, een forse roofblei greep de plug. |
De rivier ontwaakt na een periode van tropische hitte, eindelijk verkoeling. |
We sleepten eerst dicht langs de oevers, waarbij Roel de diepere buitenkant voor zijn rekening nam. Daar was het dat hij na ongeveer een uur een keiharde aanbeet kreeg en weldra zijn roofblei van deze dag kon tonen.
Een schitterend begin. Wat we toen nog niet wisten, is dat we heel lang geduld moesten hebben, voordat de volgende binnen kwam.
Daarbij hadden we veel pech. Ik zelf miste een baars, die vrijwel direct los schoot. Veel later, langs een kantje bij een zandput, haakten we een grote vis. Roel stond deze al enige tijd te drillen, maar alles wat we te zien kregen waren kolken in het water. En dan ineens is het zover ......... de lijn valt slap en de vis vertrokken!
Een opstapje om op te vliegen? |
Zo langzamerhand ga je denken dat het helemaal niets meer wordt. En dan ineens komt er toch weer leven in de brouwerij.
De hengel met de dieplopende plug slaat plotseling dubbel. Een snoek heeft toegeslagen en hangt. Deze krijgen we binnen, een opluchting.
Een vreemde verschijning ten gevolge van een parasiet. |
Toch nog alle roofvissen in de boot. |
Na afloop rijden we rustig huiswaarts en als Roel voldoende energie heeft verzameld begint hij zijn thuisreis, na de files, dat wel.