Men onderscheid daar een aantal deelgebieden: outdoor activiteiten, steden en overige bezienswaardigheden. Nu is Amsterdam en omgeving het toeristische centrum van Nederland. Een centrum waar de mensen massaal in de rij staan. Daarnaast hebben we natuurlijk ook nog een aantal andere hotspots, zoals Volendam, de Kinderdijk, Den Haag, de Keukenhof en tegenwoordig ook Giethoorn.
Maar in de delta van de grote rivieren is weinig te doen. De inkomsten komen met name uit de logistieke - en agrarische sector. Wanneer we daarvan het onderhoud van de dijken etc. moeten betalen onder de huidige klimatologische omstandigheden, ziet het er somber uit. En nu de gaskraan wordt dichtgedraaid, wordt het er niet beter op. Overigens heeft het noorden van Nederland daar dus weinig of niets van terug gezien: schandalig, zeker gelet op de strijd die men nu moet voeren om enigszins gecompenseerd te worden.
Maar goed; onze delta zetten we nauwelijks in om de bedrijvigheid en het perspectief voor toekomstige generaties te stimuleren. En er is zoveel mogelijk. Wanneer je dit bovendien zodanig organiseert dat de kleinschalige activiteiten hierdoor gebundeld en verbonden raken, geef je tevens een boost aan de participatiemaatschappij. Tel daar een echte beleving van het gebied bij op en er zullen velen geïnteresseerd zijn, lijkt me.
Behalve de Waterlinie, forten burchten, kastelen en schitterende oude steden, stadjes kan het outdoor gebeuren bijdragen aan het opzetten van aantrekkelijke arrangementen voor buitenlandse toeristen.
En bij die outdoor-activiteiten kan het sportvissen worden gepromoot. Er zijn al zoveel landen om ons heen waar men dit ten volle benut en wij doen er vrijwel niets mee. Dus heb ik ook SVN in contact gebracht met de initiatiefnemers. En nu maar hopen dat men die nieuwe aanvliegroute in Bilthoven weet te benutten.
________________________________________________________________________________
In het verlengde hiervan heb ik de uitnodiging van de Hengelsportfederatie ZWN geaccepteerd en ben op 17 maart naar Ootgensplaat getogen. Daar had men een bijeenkomst georganiseerd om alle commotie die was ontstaan rond de verstrekking van nieuwe vergunningen op het Volkerak en Zoommeer aan het beroep, te kanaliseren en ter discussie te stellen. Het was kortom de bedoeling om alle verontrustte sportvissers te informeren over het hoe en waarom.
Na het biologische verhaal betreffende de ontwikkelingen in de achterliggende jaren door Jaap Quack van SVN, volgde tekst en uitleg door Wim de Vries van ZWN over de informatie uit de VBC op grond waarvan nieuwe afspraken zouden worden gemaakt. Ik heb het allemaal aangehoord en gekeken welke lijn er te ontdekken was. Mijns inziens ontbreekt het aan alle kanten aan visie en focus, tegen de achtergrond van een eindeloos dalende visstand.
Betreffende de biologische geschiedenis inzake afsluiting van het zoute water, blauwalgen en quagga mosselen, was mijn conclusie snel getrokken. Het geeft aan hoe het allemaal gekomen zou zijn. Een dergelijk verhaal kunnen we over 10 jaar weer houden, want we weten nooit wat er precies gaat gebeuren. Wat ik bovendien mis in dergelijke beschouwingen, is het verband met al het andere water in de delta. Verder valt de versnipperde verstrekking van vergunningen aan het beroep op, betreffende talloze stukken water, door verschillende instanties en bedrijven (zandwinbedrijven die de eigenaren zijn van de zandwinputten).
In aansluiting hierop kregen we te horen welke informatie de VBC allemaal heeft vergaard inzake de visbestanden, de visserij (meerdere methoden), de controles en de conclusies aangaande nieuwe vergunningen. Indrukwekkend allemaal en ontzettend veel tijd en aandacht voor een betrekkelijk klein stuk water binnen een veel groter geheel. Hierbij dient overigens ook te worden opgemerkt dat de informatie indrukwekkend maar incompleet is. Op zich is dit logisch, omdat niet alle informatie beschikbaar is en de betrouwbaarheid niet gegarandeerd.
Op grond van het bovenstaande heb ik aangegeven het onbegrijpelijk te vinden dat men uitsluitend met historie bezig is en geen enkele conclusie lijkt te verbinden aan het feit dat, door talloze factoren, de visstand in het hele land al jarenlang grote achteruitgang vertoont. Het IJsselmeer herbergt nog steeds eindeloze massa's netten, de Randmeren worden bevist op een manier die als roofbouw kan worden aangemerkt, de Overijsselse Vecht en de aansluitende wateren richting IJsselmeer kennen een vangstdruk die zich vertaalt in minimale visbestanden in vergelijking met jaren geleden.
Mij gaat het er niet om een schuldige aan te wijzen, want de factoren die van invloed zijn op de visstanden zijn immers zeer complex. Maar ik zie wel dat de bestanden intussen zijn gedecimeerd en dat men, middels fragmentering van de aaneengesloten wateren, eindeloos vergunningen kan blijven vertrekken op grond van historische gegevens, en dit wil er bij mij niet in.
Het is wat mij betreft al 5 voor 12 geweest. En bedrijven die grote sommen geld hebben geïnvesteerd en meerde families van een inkomen "moeten" voorzien, kunnen een onrendabel bedrijf niet in stand houden, tenzij ...................... Oh ja, dan hebben we ook nog de historische rechten. Waar boeren het veld moeten ruimen, omdat andere belangen zwaarder wegen, kunnen beroepsvissers nog steeds hun rechten doen gelden op grond van stukken die inmiddels in het museum thuis horen.
Een overheid die alles wil decentraliseren, sluit de ogen voor het (vis)water als geheel en al helemaal
voor de (on)mogelijkheden. Heel Nederland verdient een sterk groeiende visstand ten behoeve van alle Nederlanders. Want er is de vergane eeuwen wel het e.e.a. veranderd, lijkt me. Sportvissen in de huidige hoedanigheid is in strijd met het verstrekking van vergunningen aan enkelen die alleen maar oogsten. (Sorry dat ik het af en toe wat ongenuanceerd neer zet) De kruimels zijn nu voor de sportvissers, die bovendien vergunningen moeten gaan kopen bij het beroep!
Het zou de sportvisorganisaties (inclusief plaatselijke verenigingen) sieren om op te komen voor een sterke groei van de visbestanden en daar de conclusies aan te verbinden die mijns inziens onontkoombaar zijn. Zie de Nederlandse waterwegen in hun onderlinge verband en stem eventuele beroepsmatige vergunningen af op dat geheel. De huidige versnippering staat duurzaamheid in de weg en daarmee ook een bloeiende sportvisserij die bijzonder aantrekkelijk kan zijn voor buitenlandse gasten. Onder het motto catch & release, zou dit land een echt sportvissersland kunnen worden, dat bijdraagt aan het toenemende toerisme en als zodanig een wezenlijke economisch factor van belang kan vormen.
Er zijn verscheidene landen om ons heen die dit al lang door hebben en passende maatregelen hebben genomen. Laat men in Nederland niet wachten tot het kalf verdronken is.
De Snoekstudiegroep Nederland België, in de persoon van Robert-Paul Wolters, bood Eric Marteijn van de HSF ZWN een petitie aan met handtekeningen om de zorg over te brengen. Onderstaande foto en tekst heeft hij zelf op Facebook geplaatst.
Gisteren een zeer waardevolle bijeenkomst gehad met diverse partijen omtrent de zorgen rond de situatie van het Volkerak-Zoommeer in relatie tot de beroepsvisserij. Als SNB hebben we, met respect voor ieders visie en positie, geprobeerd een kritisch geluid te laten horen, wat hopelijk door SVN en SVZWN wordt meegenomen in hun evaluatie. Uiteraard is ook onze zienswijze namens de circa 2000 leden, aangevuld met 600 handtekeningen, aangeboden aan de voorzitter van SVZWN, Eric Marteijn. Hopelijk wordt ook dit signaal opgepikt!