Wessel en Milan willen al langere tijd graag eens weer gaan vissen. Vaak schiet het er bij in vanwege andere verplichtingen of drukke werkzaamheden. Maar nu is het zover en pik ik de jongens thuis op.
Er liggen een paar geschikte hengels in de schuur en in combinatie met de hengels die ik meeneem gaat het zeker lukken.
We zoeken een geschikt sierwater en bestoken deze met kunstaas om rovers te verleiden tot een aanbeet.
Dit gaat niet vanzelf, zo blijkt al snel. Maar het mooie weer en het lekker buiten bezig zijn, maken veel goed. De mannen hebben van alles meekregen van thuis om te eten en te drinken. Dat is hun moeder, Cato, wel toevertrouwd. Ze weet wat deze mannen aan kunnen!
We zijn al een heel eind vervorderd in de tijd in het proviand, als Milan kenbaar maakt dat het voor hem genoeg is geweest. Dus rijden we naar huis, zodat hij andere dingen op kan pakken die hem wel boeien.
Met Wessel ga ik terug naar het water en nu slagen we er wel in een paar vissen te vangen.
Met de Screamin' Baby Triple Devil 90 weten we een leuke snoek te vangen. Wessel gaat poseren en is blij met deze vis. We moeten best meters maken eer de volgende vis zich meldt. Die meters zijn af en toe ook kilometers, die we gemakshalve met de auto afleggen. Nu mag ik poseren en hier naast het resultaat. Hieraan valt nog wel iets te verbeteren, maar dat is helemaal niet erg. We hebben er gewoon een extra uitdaging bij.
Zo zijn we bezig met de kieuwgreep en meer van dit soort praktische zaken. De laatste sloot die we afvissen lijkt ondanks een schitterende aanblik, wel uitgestorven.
Wat we ook proberen, we zien geen teken van leven. Desondanks willen de mannen graag weer een keer mee.
Zodra de temperaturen weer aangenamer worden, zal ik een gelegenheid creƫren, in de hoop weer mooie vissen aan de haak te slaan en de jongensharten sneller te laten kloppen.