Pages

zondag 20 april 2025

1978 Uit de oude doos - plakboek

 25 februari, Ketelhaven

Dit weekend waren Chris en Rika weer op bezoek en hoewel Chris van te voren had laten weten te willen vissen, als het weer het toe zou laten, had hij zijn visspullen thuis gelaten. Hij had namelijk niet verwacht dat de dooi hier dusdanig had doorgezet dat vrijwel al het water al weer open lag. Dit in tegenstelling tot Drenthe waar bijna alles nog bevroren was. Het weer hier was echter erg uitnodigend en daarom leenden we een hengel van Jan, maakten 's avonds nog een snoertje en gingen 's morgen uitgelaten op stap.

De wind speelde ons nog wel wat parten en zodoende belandden we via de brug in de weg naar Kampen, langs de Lage Vaart het industrieterrein en de sluizen bij Ketelhaven en tenslotte de dijk langs het Ketelmeer. Daar in de luwte tuigden we onze hengels op en deponeerden het lokaas in het water. We waren niet de enigen die zich hadden laten verleiden door het mooie heldere weer. Dit echter in tegenstelling tot de vissen, die zich tot niets lieten verleiden.

Twee uur lang hebben we genoten van de rust van het Ketelmeer en de prille voorjaarszon, die echter nog niet helemaal opgewassen was tegen de koude wind. Als je aan zo'n groot water zit te vissen, heb je het gevoel dat je nooit ver genoeg uit de kant vist, maar of het er anders van was geworden als we dit wel hadden kunnen doen, waag ik te betwijfelen. We waren al lang blij weer eens aan het water te zitten en gingen na zo'n twee uur op stap om te kijken of er in de polder nog meer leuke watertjes zijn, die in het nieuwe seizoen een bezoek waard zijn. Op die manier ontdekten we een tocht parallel aan de dijk langs het Ketelmeer en de Keteltocht, welke langs het Roggebotse Bos loopt. Hoe we die moeten bereiken weten we nog niet, maar het lijkt wel interessant om dat gedurende het gesloten seizoen eens uit te pluizen.

18 maart, Knardijk / Harderwijk

Vrijdagsavonds kwam ineens Jan aanwippen met de mededeling aasvisjes te hebben gevangen en met de bedoeling daarmee zijn geluk te beproeven op snoekbaars. Op de uitnodiging om mee te gaan, ging ik direct in en zodoende gingen we 's zaterdagsmorgens naar de Knardijk waar de snoekbaars vlak onder de wal , op ondiep water bleek te zitten, op zoek naar paaiplaatsen. Jan had dan ook vrijwel direct beet, maar miste door te snel aan te slaan. Daarna wist hij er beter raad mee en landde twee mooie snoekbaarzen van zo'n 50 à 60 cm, terwijl er nog enkele wisten te ontkomen.

Mijn aas wensten ze echter niet te nemen. daarom bleven mijn activiteiten beperkt tot het inwerpen en leeg binnen draaien van de lijn. Bovendien heb ik jan zijn vissen mogen scheppen en daar was het wel mee bekeken. er waren nogal wat mensen aan het vissen en er werd redelijk gevangen. Ook maakten we kennis met het vissen met een jig. Echt tevreden gingen we een paar uur later dan ook naar huis.

Aangezien Jan direct na thuiskomst weer weg moest, heb ik de vissen schoongemaakt en ingevroren. In de ene vis zat nog het aasvisje en een grote hoeveelheid kuit (jammer genoeg). Toch hebben  we heerlijk gegeten van de vis die Jan ons overliet. Echt de moeite waard om nog eens op snoekbaars te gaan.

19 maart, Roggebotsluis

Ook nu was het winderig maar zonnig weer, evenals op 25 februari. Het was het op één na het laatste weekend waarin gevist kon worden en omdat het laatste weekend al niet meer vrij was, besloot ik er nog maar eens van te profiteren. De start in de tocht aan de Hoge Vaart liep op niets uit. Het woei veel te hard en het was zonder enige beschutting ijzig koud. Daarom pakte ik mijn spulletjes weer in en ging op verkenning door de polder. Eerst richting Ketelhaven. Bij de sluis wandelde ik eens in beide richtingen, waarbij ik nog een plastic snoerhouder rijker werd. Tevens werd me nog eens extra duidelijk dat het voorjaar weer in aantocht was, gezien het pasgeboren lammetje dat nog bijzonder onzeker op zijn pootjes stond.

Vandaar reed ik naar de dijk en vond daar behalve het prachtige spel van wind en golven de gesnoeide  wilgestruiken, waarvan enkele takken echt de moeite waard leken om meegenomen te worden en ze proberen te laten stekken. Inmiddels (13 april) zitten er in ieder geval al flinke wortels aan.

Verder ging het richting Roggebotsluis. langs de dijk visten nog een paar mensen vanuit de auto. Dat wil zeggen zo'n 50 meter vanaf de hengels, die tussen de basaltblokken stonden. Mij schijnt het in ieder geval niet bijzonder efficiënt op die manier brasem of karper te vangen, zoals men mij wilde doen geloven.

Nabij het Vossemeer vloog een buizerd op uit de berm met, naar ik meende te zien, een merel in zijn klauwen. Een andere buizerd volgde op geringe afstand naar het veiliger Roggebotsebos. Inmiddels kwam de overzijde van het Vossemeer (Vossewaard, Zuiderwaard en Kardoezen) mij steeds aantrekkelijker voor en derhalve ging ik bij de Roggebotsluis links af. Veel verder kwam ik echter niet. Bij het bruggetje links van de weg zaten namelijk twee mannen te vissen en nog wel bijzonder succesvol. De ene voorn na de andere trokken ze uit het water. Dit was te verleidelijk om zelf niet te doen en daarom tuigde ik de hengel weer op en nam plaats op het muurtje tegenover hen. 

Al spoedig stapten zij op omdat ze meer dan genoeg hadden gevangen, hoewel ze alles terug zetten. Het uurtje dat ik daar zat was voor mij ook een grandioos succes. 22 voorns belandden in de grote emmer. Ze waren allen tussen de 15 en 20 cm. De 10 grootsten heb ik teruggezet. De andere heb ik meegenomen om mijn beloften aan enkele bezitters van vijvers waar te kunnen maken. Dit is inmiddels ook gebeurd. Enkele vissen huizen momenteel nog in de kale zitbadkuip, maar ik zal mijn best doen er nog een beter aanzien aan te geven, bijvoorbeeld met wat riet en pampusgras. Echt een klus voor het gesloten seizoen!

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Inmiddels is er al weer heel wat tijd verstreken sinds 19 maart, de laatste keer dat mijn ervaringen op papier zijn gezet. Het is namelijk 9 juni en dat wil zeggen dat het nieuwe seizoen inmiddels is geopend. Er is dan ook al weer veel gebeurd, t.w.:

27 mei - zeevissen op de Afsluitdijk bij Kornwerderzand

1 juni   - Hoge Vaart / Blankvoorn

4 juni   - Hoge Vaart / Boudewijnlaan: Hanzetocht

8 juni   - Hanzetocht

Maar voordat wordt begonnen met het neerschrijven van het wel en wee van deze trips, eerst het verhaal van m'n vijver. Met Greetje d'r vader heb ik riet uit een sloot gehaald en dat pardoes in de zitbadkuip gepoot. Dat bleek de vissen echter erg slecht te bekomen. Het aantal liep dan ook drastisch terug. D.w.z. de resterende, want 8 waren er intussen naar andere vijvers verhuisd. Jan daarentegen had er eind maart nog een paar bij ingegooid, waarbij twee grote van zo'n 25 cm. Helaas ook deze prachtige voorns begaven het en daarom zijn de 3 overgebleven exemplaren dan ook snel teruggezet. Daarna heb ik de vijver een goede schoonmaakbeurt gegeven en de wortels van het riet flink afgespoeld. Sindsdien ziet het water er weer veel beter uit en sinds gisteren (8 juni) zitten er 4 nieuwe bewoners in, voorntjes van maximaal 10 cm.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

27 mei Afsluitdijk / Kornwerderzand

Voor 27 mei was er met Jan afgesproken om naar de Afsluitdijk te gaan, waar hij goede ervaringen met het kustvissen had opgedaan. Om 2.30 uur vertrokken we naar Zürich, waar Jan zeepieren had besteld. De eigenaar van het winkeltje aldaar versliep zich echter  en toen wij weg wilden rijden om 4.15 uur verscheen eindelijk een slaperig gezicht buiten het raam, waarna we snel van het nodige aas werden voorzien en ons succes konden gaan beproeven. Om op het puntje van de langste strekdam te komen moesten we nog een heel eind lopen en daar aangekomen zaten we te trillen op de rotsblokken door het geloei van de misthoorn pal achter ons.     

Jan was al aardig handig in deze soort visserij en boekte al menig succes voordat mijn eerste platvis kon worden binnen gedraaid. Mijn eerste worp betekende namelijk het verlies van mijn eerste paternoster. Toen ik hem na enige tijd binnen wilde draaien, bleek het muurvast te zitten en zodoende begaf de lijn het na enige tijd. Geleidelijk aan kreeg ik steeds beter in de gaten wanneer een vis probeerde het aas te nemen en tot een uur of elf wist er zo'n stuk of tien botten en scharren te verschalken. Jan zag echter kans 24 vissen te vangen, waarvan twee puitalen. Zijn pogingen om m.b.v. een grote dobber geep te vangen liepen daarentegen op niets uit.

Toch had hij heel wat minder schade aan materiaal, want hij verloor helemaal niets, terwijl ik drie keer mijn onderlijn kwijt raakte. De eerste keer dus doordat de lijn vast kwam te zitten. De tweede keer doordat voor mij op nog steeds onverklaarbare wijze de lijn bij het inwerpen om de voet van de molen bleek te zitten, waardoor de lijn het natuurlijk begaf. Tenslotte begaf de lijn het nogmaals bij een inworp, misschien doordat de lijn iets te lang werd vastgehouden. In ieder geval zal de huidige lijn gauw vervangen moeten worden, hij is ten slotte ook al zo'n vier jaar oud en het zeewater laat z'n sporen wel na op het materiaal dat al meerdere malen is gebruikt. Toen we om elf uur terug liepen, was het al bijzonder druk met vissers en aanhang. Heel Kornwerderzand was overstroomd met mensen die langs de hele haven en aan weerszijden van de strekdammen zaten. Daarom is het aan te bevelen om daar vroeg te gaan vissen en in de loop van de morgen op te stappen om plaats te maken voor de dagjesmensen, waardoor je je leven veilig bent, want de meesten moeten nog leren werpen.

1 juni Hoge Vaart / Blankvoorn

Op 1 juni, een donderdag, was het dan weer zo ver. Ik had er dan geen vrij voor genomen, maar 's avonds moest het dan toch gebeuren. Eerst moest er worden gewacht tot de onweersbui over was en dat duurde tot een uur of zeven. In de overtuiging dat de regen nu voorgoed voorbij was en er toch nog wel een succesje te behalen moest zijn, ging ik welgemoed  op stap. Maar het "slimme" vissertje kwam bedrogen uit. Bij de Blankvoorn gekomen, besloot ik een eind naar links te lopen, aangezien er nog meer mensen zaten. Toen ik mijn stekkie had uitgezocht, bleek de leuning van mijn stoeltje te zijn gevallen en je raadt het al, het lag vlak bij de auto. Dus weer naar mijn stekkie, het hele eind en daar opnieuw aangekomen bleek de hengel nog in de auto te liggen! Enfin, eindelijk was het dan zover dat de haak werd beaasd en te water gelaten. Helaas werd ik genoodzaakt nogmaals naar de auto te gaan, nog voordat ik één keer beet had gehad. Deze keer was het namelijk nogmaals een stevige onweersbui die mij drijfnat dreigde te maken. Regenkleding was immers overbodig bevonden, want het zou droog blijven!, aldus het "slimme" vissertje.

Nadat de bui was overgetrokken, zocht ik m'n plaats weer op en jawel hoor, na enige tijd zakte de dobber prachtig weg en dus volgde de opslag en die was raak en hoe..... De reactie bleef niet uit want vlak boven de haak begaf de lijn het en tevens bleek al het lood van de lijn verdwenen, ra, ra....  Daarna was er geen vis meer die van zich liet horen en zodoende ging het vissertje danig gedesillusioneerd huiswaarts.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Alvorens verder te gaan met het beschrijven van de daadwerkelijke visavonturen van 4 en 8 juni, wil ik eerst nog even terug blikken op de 14e en 21 mei. Op die dagen ging ik respectievelijk met mijn vader en met Chris een kijkje nemen bij de Hanzetocht om eens te zien hoe het met het paaien was. het was werkelijk fantastisch om te zien hoeveel (grote) vis er rond zwemt in de polder. Vooral de brasem, maar ook andere vissoorten, uitgezonderd de karper, waren bijzonder actief. Ze zaten elkaar achterna en duwden elkaar boven water. Het water was door de hele tocht hevig in beroering. Maar niet alleen de vissen waren de moeite waard, want op 14 mei ontdekten we tevens het nest van een waterhoen en hoorden van verre reeds de zwaan die langs vloog. 

Toen we (mijn vader en ik) terug wilden lopen naar de auto, zagen we plotseling een haas uit de linker wal komen en een eindje het land oprennen. Plotseling bleef het zitten, bedacht zich en ging terug naar de tocht, ging onder in de wal zitten, sprong in het water en zwom naar de overkant, net als de haas in het Wisentbos vorig jaar. Aan de andere kant ging het eens rustig zitten het water af te schudden en zekeren alvorens zijn weg te vervolgen.

Doe zondag daarna (21 mei) ben ik met Chris nogmaals wezen kijken. De vissen waren nog steeds actief, terwijl de eieren van de meerkoet nog niet waren uitgekomen. Verder was er weinig opmerkelijks, hoewel het voor Chris, die zoiets voor het eerst zag, een geweldige ervaring was.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

4 juni   - Hoge Vaart / Boudewijnlaan: Hanzetocht


Deze dag zou de voorgaande keer (1 juni) goed moeten maken, maar ook nu viel het weer tegen, al hoewel........ Omstreeks 6.00 uur ging ik mijn opwachting zitten maken aan de Hoge Vaart nabij de Boudewijnlaan. Ook nu begon het geklungel al snel. Een haak waarvan de punt afbrak zonder dat ik er erg in had. Na enige keren een aanslag te moeten missen omdat de vis niet voldoende was gehaakt merkte ik het euvel op en verving de haak. Nog bleef het ongeluk me deze dag achtervolgen. Bij een nieuwe aanbeet ging de vis door de lijn, evenals op 1 juni. Een andere lijn beloofde evenmin veel goeds, want doordat opnieuw een vis aan de hak wist te ontkomen, raakte het snoer dusdanig verward dat ook dit moest worden afgeschreven. Ten slotte maakten drie voorns deze dag toch nog tot een enigszins geslaagde dag, hoewel het gezien de mogelijkheden veel beter had moeten zijn. Zo zie je maar weer eens dat goed materiaal het halve werk is.

Maar zoals gezegd, een redelijk resultaat tot dat moment, want ik wilde het niet over mij heen laten gaan en ging het 's avonds nog eens in de Hanzetocht proberen en dat bleek een prima idee. De ene voorn na de andere werd gevangen, zowel grote als kleine exemplaren namen gretig het aas. Brood en mini wormen, zoals men ze in de winkel noemt. Zo af en toe werd er hevig geknokt aan de 0.12 lijn en moest er behoedzaam worden geschept. Zo ook met die pracht van een ruisvoorn van 31 cm. Helaas had ik het fototoestel thuis gelaten, zodat dit prachtexemplaar niet kon worden vereeuwigd. In totaal werden er die avond maar het liefst 25 stuks gevangen en voor deze dag gold dus "eind goed, al goed"!

8 juni - Hanzetocht

Die week ging ik nog eens naar de Hanzetocht om mijn geluk te beproeven en opnieuw werd het een succes. Weer werden er zo'n 20 voorns gevangen. Het waren allemaal kleine exemplaren. Dit had anders kunnen verlopen indien die ene vis anders was gehaakt. Op een bepaald  moment was plotseling het kleine dobbertje recht tegenover me aan de overkant verdwenen. dat moment miste ik helaas, maar goed de reactie was grandioos. de vis die zich zelfs niet liet zien, zwom in één rechte lijn rechts van me en was eigenlijk niet te sturen. Omdat rechts van me een bosje stond moest ik de vis proberen te keren en derhalve hield ik het dunne lijntje zo strak mogelijk, maar helaas de haak schoot los! Een andere keer beter!

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Inmiddels is het visseizoen al behoorlijk gevorderd (16 augustus), het schrijven in dit boek vormt daarmee een schrille tegenstelling. In de tussen liggende tijd is er dan ook heel wat gebeurd. In die periode ben ik namelijk een vismaat rijker geworden, t.w. Fred Gregorowitz. Hij woont ook aan de Killick en is ook verwoed visser. Van hem heb ik inmiddels heel wat geleerd, m.n. nieuwe stekkies. Hij zocht het altijd meer richting Elburg, terwijl jan en ik meer naar de kant van Kampen en Ketelhaven gingen. Met name de Oldebroeker - en Oosterwoldetocht zijn nu erg favoriet. Maar laat ik bij het begin beginnen en zo het verloop van de afgelopen periode de revue passeren, voor zover ik me dat kan herinneren.

Op een zaterdagochtend ben ik met een collega, Henk Noord, wezen vissen bij de Blankvoorn. het was stralend weer en het was de bedoeling mijn nieuwe holglashengel in te wijden, welke een week eerder in Groningen bij Blom was gekocht. het is een zwarte holglas insteekhengel van 6 meter lengte. de details van deze ochtend kan ik me niet meer herinneren. Wel dat er zo'n vijf vissen in het leefnet belandden, waarvan er ook enkele aan de nieuwe hengel werden gevangen. Deze hengel geeft veel meer actie dan de Lerc, die veel stugger is en dat heeft tot gevolg dat de aangeslagen vis veel meer strijd oplevert. Henk Noord had veel minder succes, maar misschien kwam dit wel omdat het voor hem de eerste keer was dit seizoen, hij ving er namelijk slechts één voorn

Bij het schrijven over de nieuwe hengel schoot me daarnet te binnen dat ik dat weekend in het noorden ook nog een keer met Chris naar het Oranjekanaal ben geweest. Dat was op de ochtend van de TT. De avond ervoor waren we met Chris en Rika wezen stappen in Assen en daarom wilden we deze ochtend niet te vroeg gaan. Om negen uur vertrokken we zo ongeveer. De meest voor de hand liggende weg werd nog als eenrichtingsverkeer aangeduid i.v.m. de TT. Omdat er vrijwel geen verkeer meer kwam uit de richting van Beilen, reden we om het hek met het bord "verboden in te rijden" en zagen her en der geposteerde politieagenten in hun auto's stappen toen we passeerden. Waarschijnlijk deden ze dit omdat ze dachten dat de weg weer in beide richtingen was opengesteld. Gelukkig bereikten wij zonder kleerscheuren onze bestemming en gooiden nog even een hengeltje uit. 

Weer was het Chris die menige vist wist te verschalken, terwijl ik slechts twee kleine voorns ving. Voor mij is Chris altijd nog een raadsel, een visser waar ik mijn petje voor af neem. Onbegrijpelijk hoe hij  vissen weet te vangen als een ander nauwelijks of geen beet krijgt. Ook deze keer wist hij weer een flinke brasem te haken, die op het laatste moment echter wist te ontkomen. En dan die aanslag waarbij slechts een schub boven water kwam. Deze schub was echter dermate groot dat ik nog niet weet hoe groot die vis ongeveer moet zijn geweest. Waarschijnlijk was die afkomstig van een karper, gezien de geringe hoeveelheid slijm en de reactie op de aanslag.

Met Jan van de Veen heb ik niet meer zoveel gevist, voornamelijk t.g.v. de vakantie en het afwezig zijn van één van ons beiden tijdens de weekenden. met Fred Gregorowitz daarentegen ben ik tot nu toe wel een keer of zeven op stap geweest. De eerste keer dat we samen op stap gingen, was op een avond door de week. We probeerden het aan de Swiftervaart, maar dat werd geen succes. De stroming was er erg sterk en dat het vissen behoorlijk moeilijk. Bovendien loog de stroming van boven er ook niet om. De regen viel zo af en toe met bakken uit de lucht. Op een gegeven moment was mijn dobber vertrokken en zoals je bij zo'n plotselinge aanbeet mag verwachten, leverde de aanslag een redelijke voorn op. Daarbij bleef het helaas, want hoewel Fred nog één keer een hele fraaie aanbeet kreeg, leverde dit niets op. Zijn dobber kwam heel mooi omhoog, een brasem dus?? dan verwacht je toch dat de aanslag niet kan mislukken, maar helaas was dat dus wel het geval.

Daarna zijn we op een zaterdagochtend naar de Oldebroeker Tocht aan de Alikruikweg gegaan en dat was voor mij toch wel een openbaring. het is een prachtige brede tocht, met aan de ene zijde een smalle oever vanwaar je kunt vissen en aan de overkant verspreid enkele bossages. de tocht is mooi schoon en ongeveer één meter diep. de stroming kan er behoorlijk variëren, afhankelijk van de bemaling. Het was werkelijk een genot om er die ochtend te vissen. We zaten heerlijk alleen en de vissen gaven ons behoorlijk wat gezelschap. In het begin ging het een beetje moeilijk, maar de wormen als aas boden uitkomst. Eerst waren het enkele voorns die het aas gretig accepteerden en vervolgens kwamen ook de brasems los. Flinke exemplaren probeerden een worm te pakken en dat leverde op het tamelijk ondiepe water flinke vechtpartijen op. 

Het blijkt namelijk dat het geringe drukverschil op ondiep water de vis de mogelijkheid geeft behoorlijk weerstand te bieden. Dit in tegenstelling tot de diepere kanalen waar een vis aan de oppervlakte meestal meteen zijn zij laat zien en rijp is om te scheppen. Zo was het hier dus niet. je was niet eerder zeker van je vangst voordat de vis geland was. En zelfs dat scheppen viel niet mee met het vrij kleine schepnet. De eerste flinke brasem, zo'n 45 cm, sprong er namelijk even zo vlot weer uit. Zodoende kwam Fred mij te hulp en schepte de vis uit het water nadat die eerst weer uit het riet was geloodst. Vijf grote brasems ving ik die dag, terwijl Fred er ook stuk of vier ving. Bovendien vulde een behoorlijk aantal voorns de buit aan. 

De volgende week was het vissen op dezelfde stek iets moeilijker door de hardere stroming, maar desondanks werden de leefnetten wederom goed gevuld.



donderdag 17 april 2025

1977 Uit de oude doos - plakboek juli / september

 2 juli 1977 Hoge Vaart, Dronten

Dit was weer eens zo'n dag dat je het gevoel hebt dat het op de één of andere manier niet mag lukken. Dit begint direct al bij het opstaan. je haalt de ene stommiteit na de andere uit en in plaats van de bed weer in te duiken, ga je door in de hoop dat het tij nog keert. Deze keer ging dat echter niet op. de omstandigheden aan het water waren ideaal, maar voor mij gold een vangstverbod. behalve dan die ene brasem van plus minus 30 cm. We hadden zo'n half uur zitten vissen en Jan vroeg me of ik al beet had gezien. Mijn antwoord was ontkennend, hoewel dit vrijwel direct daarna werd gelogenstraft. Een leuke opsteker verraadde de eerste en enige vis van deze dag.

Jan daarentegen ging rustig door en wist maar liefst 13 vissen te bemachtigen. Echt grote waren er niet bij en zodoende werd het voor mij een ergerlijke bezigheid om er voor "Piet Snot" bij te zitten en zelfs geen beet te zien. Uit verveling ging ik maar eens in de tocht kijken en wat daar te zien was, deed mijn hart bijna stil staan. Het barste er werkelijk van de vis en wat voor! Loeders van brasems en ook karpers zwommen in grote aantallen aan de oppervlakte. Ze wroetten met hun kop tussen de waterplanten en zwaaiden ondertussen met hun staart boven water. Langs en tussen de kapotte beschoeiing, zwommen ook flinke vissen, echter niet volledig aan de oppervlakte, maar ik neem aan dat het voorns waren.

Later heb ik mijn hengel opgehaald, maar deze vissen waren niet te vangen. Ze speelden uitsluitend, zelfs met de dobber! Zo'n rijkdom aan vis vormt wel een uitdaging en met Jeroens Dyst heb ik inmiddels afgesproken dat we het binnenkort eens proberen en dan met name op karper. Hij heeft erg veel ervaring met deze vis in plantenrijk water, wat het erg moeilijk maakt. Dus vooruitkijken maar weer en verwachtingsvol uitzien naar betere dagen dan deze. Vis zit er in ieder geval wet.

3 juli 1977 Hoge Vaart, Dronten

Verder dan deze tijd - en plaatsaanduiding is het in het jaar 1977 niet gekomen. Wel is er sinds die datum nog zo'n twintig keer gevist, maar het schrijven van de daarbij behorende geschiedenissen is er helaas bij gebleven. Nu, 5 maart 1978, ben ik er toch nog eens bij gaan zitten om aan de hand van de visstaat alsnog enkele opmerkelijke dingen op papier te zetten, zodat niet alles naar het land der vergetelheid wordt verwezen.

van het Wisentbos weet ik me nog te herinneren dat we, Greetje en ik, op 7 juli naar deze plek zijn getogen omdat we samen met Henk Noord en Chris Huizinga een 's zomers avondje vissen zouden doorbrengen. Henk en Chris waren al bezig en om het gezellig te houden gingen we vlak bij hen aan het kanaal zitten, terwijl zij achter de afscheiding in de doodlopende tocht visten.

Hoewel het kanaal direct een paling prijs gaf, zochten wij echter al snel ons heil in de tocht, want het stromende water in het kanaal voerde zoveel riet e.d. mee dat prettig vissen onmogelijk was. Henk en Chris wisten al verscheidene brasems van respectabele afmetingen in het net te doen belanden, terwijl onze dobbers geen enkele reactie verraadden . Voor Greetje zou hierin geen verandering komen. D.w.z. wel beet maar geen goede aanslag. Hoewel dit laatste ook gold voor mijn werphengel, wist ik toch nog twee mooie brasems van resp. 42 en 52 cm in het schepnet te doen belanden. Op de werphengel had ik één maal bijzonder goed beet, maar de aanslag mislukte, zodat alleen een V-golf de vluchtroute van de belaagde vis verraadde. 

Toch was het een erg fijne avond waaraan ook Henk Noord nog wel eens zal terugdenken, want een erg grote brasem wist ondanks alle mogelijke weerstand het riet te bereiken en daarmee de vrijheid.

9 juli Zuigerplaspark, Lelystad

Dan was er 9 juli een viswedstrijd door het CDI (Centraal Diergeneeskundig Instituut, waar Greetje destijds werkzaam was) georganiseerd nabij het Zuigerplaspark te Lelystad. In een ondiepe tocht die op de grote plas uitkomt, mochten we onze krachten meten. Het lukte ons om zowel de tweede als de derde plaats te bezetten, wat de totale lengte betrof. De vangst was echter niet buitengewoon, hoewel die ene brasem van Greetje met enig geluk werd geland. Greetje meende zover terug te moeten lopen, dat ze elk contact met de vis verloor en we waren dan ook erg verbaasd toen bleek dat de vis in het schepnet zich net voordien van de haak had weten te ontdoen. Pech dus voor de vis, geluk voor Greetje ....... en dus toch een goede visser!


14 juli 1977 Lelystad

Dit was dag waarop ik mijn eerste karper(tje) ving. In een vijver, waarvan het water hevig door de wind werd beroerd, viel mij dit geluk ten deel. Samen met Jeroen Dyst, zou ik mijn geluk gaan beproeven, dat echter alleen mij toe kwam. Zeker niet groot (27 cm), maar wel heel welkom. Dankzij Jeroen ben ik weer een ervaring rijker en dat dit werd dus ook vastgelegd, middels bijgaande foto.


1 augustus 1977, Hoge Vaart, Biddinghuizen

Een andere ontdekking voor mij, was de Hoge Vaart bij Biddinghuizen, waar wij samen met Jan zijn gaan vissen. Lekker achter de bosjes en over de begroeiing, langs de kant vissend, hebben we een fijne avond beleefd. Vier flinke brasems en een voorn doen mij nu nog met veel plezier terugdenken aan die momenten. Sindsdien ben ik er nog wel eens geweest, niet altijd even succesvol, maar nooit met lege handen. In ieder geval een stekkie om aan te denken als er een straffe noorden wind staat.

4 augustus 1977, Hoge Vaart, Boudewijnlaan

Deze dag zat ik langs de waterkant en zag iets langs de oever bewegen. Eerst meende ik dat het, zoals wel vaker, een kikker zou zijn. Maar toen het "voorwerp" werd geschept, bleek het tot mijn stomme verbazing een zeelt te zijn. Deze had echter een abnormale stand van de staart, iets wat we later in Lelystad bij Jeroen Dyst voor het huis, ook bij een karper constateerden. We hebben het vermoeden dat het iets met botulisme te maken heeft, maar daar zal het voorlopig wel bij blijven. Toch blijft het feit dat is gebleken dat er in de polder ook zeelt te vangen moet zijn. Zonder afwijkingen wel te verstaan.

7 augustus 1977, Hoge Vaart, de Blankvoorn

Ook dit is zo'n plaats waar in 1977 altijd wel iets te beleven viel. Jan heeft met deze stek echter niet zoveel op. Vooral sinds deze dag, waarop ik dertien flinke vissen ving, tegen een stuk of drie, waarop hij de hand wist te leggen. het tegenovergestelde gebeurt echter ook dikwijls en is derhalve geen punt om je over te beklagen.


4 september 1977, Hoge Vaart, Dronten

Dit werd een gedenkwaardige dag, een dag waarop ik met Greetje zou gaan zwemmen. 's Morgens zou er echter eerst worden gevist en hoewel het voor mij niet florissant was, wist Jan niet van ophouden. Daarom ging ik mijn geluk nog eens beproeven in de tocht en niet zonder succes. Prachtige ruisvoorns namen vlot het kleine balletje deeg, maar dar bleef het niet bij, want plotseling was er die meun (kopvoorn) van 40 cm die voor een prachtig spektakel zorgde. met zo'n 40 cm was het een goede vechter, die uiteindelijk toch in het net belandde. Voor mij was er niets meer dat die dag kon verpesten. Ook Greetje niet, die al gauw daarna bijzonder boos kwam aanrijden om ons behoorlijk in te peperen, en terecht. Dus ging ik braaf mee zwemmen, wat niet wegneemt dat het kleine dichtbegroeide tochtje behoorlijk in mijn achting is gestegen.

11 september 1977, Hoge Vaart, Blankvoorn

Derhalve gingen we 11 september weer naar de tocht, toen de Blankvoorn Jan opnieuw windeieren legde. Die keer lukte het me maar het liefst zo'n veertig voorns te vangen. Dus ook een plek om op terug te grijpen als je aasvoorns nodig hebt.



woensdag 16 april 2025

1977 Uit de oude doos - plakboek juni.

10 juni 1977 Zwolse Tocht

Op deze doordeweekse dag zouden we proberen paling te vangen. Het weer was niet echt mooi, maar drukkend warm, terwijl het naar regen rook. Ondanks het feit dat we meenden dat het nu zou moeten lukken, bleek het tegendeel waar. Het water in de tocht stond wel een halve meter beneden het normale peil en het woei nogal hard. De vis liet bovendien verstek gaan. Slechts één keer werd de dobber aan mijn werphengel, na een paar forse rukken, weggetrokken. Dit leverde tenminste nog een paling van 25 cm op. terwijl het weer steeds slechter werd, ving Jan nog een exemplaar van 30 cm, zonder dat de aanwezigheid van deze paling merkbaar was geweest. Al snel daarna moesten we onze biezen pakken om droog te kunnen blijven en zodoende waren we deze maand alweer een illusie armer.

14 juni 1977 Swiftervaart

Deze keer was het Greetje die me aanspoorde te gaan vissen. Het was namelijk prachtig weer en daarom dus de moeite waard er deze avond op uit te trekken. Ook deze keer werd de regelmaat van de slechte vangsten echter niet verbroken. Het bleef bij dat ene baarsje, van zo'n 15 cm, dat direct op het aas afkwam dat Greetje te water liet. Dit kostte hem helaas het leven, maar de één z'n dood is nu eenmaal andermans brood. En zodoende ligt er voor ons waterschildpadje voorlopig voldoende voedsel in de diepvries.


18 juni 1977 Hoge Vaart

Gezien de voorgaande resultaten gingen we deze morgen zonder al te hoge verwachtingen op stap. Het was ongeveer 6.00 uur en het weer erg rustig, niet een heldere dag, maar ook niet echt somber. in eerste instantie wilden we het aan de Swifter Vaart proberen. Aan de waterkant gekomen constateerden we helaas dat het water behoorlijk stroomde. Aangezien we daar de afgelopen periode geen beste ervaringen mee hadden opgedaan, besloten we direct ergens anders heen te gaan en dat werd ons oude vertrouwde stekkie aan de Hoge Vaart.

Wat dat stromen van het water betreft; het was meestal zo dat als we 's morgens vroeg gingen vissen, in het begin bij vrijwel altijd stilstaand water, redelijk kon worden gevangen, totdat het water om ongeveer 8.00 uur begon te stromen. Vanaf dat moment was het dikwijls helemaal gedaan. Daarom gingen we naar een plek waar het in alle opzichten rustiger was. Geen rimpeltje op het water en hier wel ontspannen kunnen vissen. Desondanks werd het een zware beproeving. Het kleine puntje van onze dobbers vertoonden geen enkele reactie en dat duurde voort van 6.30 tot ongeveer 10.00 uur. Jan was het zo zat geworden en ging verkassen. Een half uur later ging ik hem na omdat er nog steeds niets was veranderd en het kleine tochtje richting Dronten voorlopig verboden terrein was. Daarin huisde evenals vorig jaar een zwanengezin, waarvan de ouders zeer waakzaam waren.

Toen ineens werd de situatie toch iets anders. Jan kreeg al een aantal keren beet en wist een mooie voorn te verschalken, hoewel een veel groter aantal hem te slim af was of zelfs op het laatste moment aan het schepnet wist te ontkomen. Dit tot steeds grotere ergernis van Jan. Al die tijd zat ik nog steeds voor nop naar mijn dobber te staren en hadden maden, deeg noch wormen daar verandering in kunnen brengen, evenmin als verschil in diepte waarop werd gevist.

Toch zou deze dag voor mij nog succesvoller eindigen dan voor Jan die met die ene vis genoegen moest nemen. De dobber waaraan op ongeveer 1 meter diepte een dotje maden dreef, verdween bliksemsnel na enkele korte rukjes. De dader kon snel worden achterhaald  en er was geen schepnet voor nodig om hem aan wal te brengen. Deze voorn van zo'n 18 cm was mij echter zeer welkom. Kort daarna nam een voorn van 25 cm de combinatie van maden en brood van de bodem, hetgeen zich vertaalde in een behoorlijke opsteker. Dit teken was voldoende om de eenzaamheid van het kleine voorntje in het leefnet op te heffen. Ik besloot het zelfde aas, maden en brood nog eens te proberen en niet zonder succes. Zeer onverwacht was de pen verdwenen en zag ik alleen het snoer dat in het water wegzakte. De aanslag leverde een prachtige slanke voorn op van 30 cm en daarmee werd deze dag voor mij toch nog een redelijk succes.

Terugblikkend in de visstaat van 1976 is de maand juni dit jaar veel slechter dan vorig jaar. Toch geldt nog steeds dat niet alleen de vangst bepalend is voor het visplezier en daarom ga ik een volgende keer weer met veel plezier mijn hobby beoefenen. Al was het ook alleen om nog eens zo'n mooie reebok, zonder enig misbaar, over de weg te zien wandelen nabij Ketelhaven, totdat een andere auto door zijn geraas een einde maakte aan dit vredige tafereel. Tussen het hoge gras voelde de bok zich weer veilig en konden we hem nog enige tijd observeren. Of als er geen reebok is, dan zijn er misschien wel een paar fazanten die een huwelijksdans uitvoeren, zoals dat diezelfde avond het geval was, of weer iets anders......


23 juni 1977 Hoge Vaart

Het was al laat toen ik van huis ging. Greetje moest nog thuis komen van Utrecht en om 8.00 uur was het dan zover. Vlug mijn spulletjes in de auto en dan nog even fijn genieten van deze prachtige avond. het was prachtig weer en dat nodigde dus wel uit en hoewel de vangst beperkt bleef, bleek het dan ook weer echt de moeite waard. Het was een genot om zo midden in de rustige natuur te zitten en steeds vaker de dobber van de werphengel in beweging te zien komen. Die van de vaste hengel, welke bemand werd door een dotje maden, bleef de hele avond echter onaangeroerd. het was trouwens een hele toer  de rovers van de wormen aan de werphangel te verschalken. Twee palinkjes was ik te snel af, voor de anderen gold het omgekeerde. Het hielp allemaal niets, lijn strak houden en direct aanslaan, bij het wegtrekken van de dobber of wachten tot de lijn bijna strak stond en dan aanslaan. Een raadsel, maar desondanks keerde ik met een zeer voldaan gevoel huiswaarts.

26 juni 1977, Zuidlaardermeer

Het was het weekend van de TT in Assen dat we op bezoek waren bij Chris en Rika en dus stond er ook vissen op het programma. Chris had vernoemen dat er bij de Bloemert behoorlijk brasem moest zitten en vandaar dat wij daar deze ochtend heen gingen. het was ongeveer 5.00 uur dat we bij de Bloemert aankwamen, maar van visser in het haventje vernamen we dat ter plaatse geen boten te huur waren. Om die reden gingen we snel naar Plankensloot. Hoewel er nog niemand aanwezig was, hebben we een roeiboot genomen en zijn we het meer opgeroeid, richting de Bloemert. Het water was vrij rustig en het weer tamelijk mooi. Na enige tijd hadden we ons doel bereikt, enige rietpollen net voorbij de ingang van bovengenoemde jachthaven. We probeerden de stokken op een plekje vlak voor het riet in de grond te steken, maar dat liep uit op een groot fiasco. op geen enkele manier lukte het ons voldoende houvast te krijgen in de harde zandbodem en daarom roeiden we naar het riet in het water, zo'n 30 meter uit de kant en legden de boot vast aan het riet.

Snel tuigden we de hengels op en begonnen te vissen op het wel zeer ondiepe meer, ter plaatse nauwelijks 1 meter diep. we zagen er niet zoveel in maar we kamen er al vrij snel achter dat er vis voldoende zat. Dat ik er slechts in slaagde 1 voorn van zo'n 18 cm te vangen, was mijn eigen schuld. Chris lukte het om 6 stuks te bemachtigen, waarvan de grootste een brasem van ongeveer 30 cm. Het resultaat had echter veel beter moeten zijn, maar we verspeelden nogal wat mooie exemplaren. Een behoorlijke brasem leverde een mooie gevecht aan mijn vaste hengel, maar besliste de strijd uiteindelijk in zijn voordeel en ook Chris moest enkele keren toegeven aan de strijdlust van aanzienlijk grotere exemplaren dan die waartoe onze vangst beperkt bleef. beiden verspeelden we een haak en bovendien knalde er nog een "joekel" ( vermoedelijk een karper) van mijn werphengel.

Ik had deze hengel beaasd met twee wormen in de hoop nog een paling te vangen. Ineens zag ik een stevige ruk aan de dobber en terwijl m'n vast hengel snel werd weggelegd, was de dobber van de werphengel plotseling gaan liggen. het snoer lag redelijk strak en derhalve besloot ik aan te slaan, direct gevolgd door een hevig geplons aan het eind van de lijn en het gekrijs van de slip. Ik meende desondanks snel in te moeten halen om de vis te beletten in het riet te vluchten, maar zover kwam het al niet meer. De vis sloeg een aantal keren over de kop en slaagde erin zich van de haak te bevrijden.

 Daarna was het ook gedaan met de pret. het werd steeds drukker op het meer, o.a. door het ontwaken van de talloze bewoners van de vele woonboten op het meer. Een lelijke vertoning trouwens, al die dingen op het meer. Bovendien had het al even geregend en was de wind opgestoken. derhalve verhuisden we nog een poosje naar de lijzijde van de rietpol, waar we evenmin beet kregen. Om elf uur roeiden we weer terug en waren toch erg tevreden over alle sensaties die het vroege opstaan ons had opgeleverd. het is in ieder geval een goed alternatief voor het Friescheveen, hoewel dit prachtige stukje natuur ongetwijfeld wel door ons zal blijven worden bezocht. Nu hebben weer iets anders ontdekt en dat geeft je het gevoel weer rijker te zijn geworden dan we al waren met onze hobby.

28 juni 1977 Hoge Vaart

Het weer begon iets beter te worden en daarom werd het steeds aantrekkelijker er 's avonds op uit te trekken. Zo ook deze avond, hoewel het gezelschap vrij groot was. Jan zou namelijk een collega meebrengen, maar ook hij bracht nog iemand mee. Zodoende zaten we vier man sterk aan de waterkant.

Ik viste met mijn werphengel en de vaste hengel. De eerste om m.b.v. wormen paling te bemachtigen en de andere om de maden aan te bieden aan brasem en voorn. Al vrij snel pakte een paling het aas en dat had tot gevolg dat hij diezelfde avond nog het tijdelijke voor het eeuwige wisselde. Dat het deze avond niet alleen de paling was die zeer actief bleek, maar ook de brasem werd al snel duidelijk. Tot vier keer toe slaagde ik erin een prachtige brasem te scheppen, terwijl er ook nog enkele keren werd misgeslagen.

Het was werkelijk prachtig zoals het deze avond ging. Het weer was prachtig, het water mooi schoon en heerlijk rustig. Bovendien beet de vis erg goed en dan is het toch wel volmaakt. Zonder gezeur zakte de dobber weg of had je een prachtige opsteker en telkens was het een sterke, fel vechtende brasem, die er aan de lijn hing. Twee waren zo'n 43 cm en de andere hadden de respectabele afmetingen van 45 en 50 cm. En tussen de bedrijven door lukte het me nog twee maal een paling te verschalken. De laatste was wel erg klein maar gezien het feit dat hij zich wist op te knopen in de lijn en zo de haak uit z'n bek scheurde, besloot ik ook de kleinste van de drie, waarvan de andere twee tamelijk de moeite waard waren, mee te nemen. 

Jan had ook drie mooie brasems gevangen, waarvan de grootste 53 cm was. De andere jongens lukte het echter niet één vis te vangen en vandaar dat ze steeds rumoeriger werden. het irriteerde Jan ook behoorlijk en daarom zal hij zich wel bedenken voordat hij ze nog eens mee vraagt. Wat dat betreft een goede leer voor een volgende keer en wat het andere betreft: grandioos!