25 februari, Ketelhaven
Dit weekend waren Chris en Rika weer op bezoek en hoewel Chris van te voren had laten weten te willen vissen, als het weer het toe zou laten, had hij zijn visspullen thuis gelaten. Hij had namelijk niet verwacht dat de dooi hier dusdanig had doorgezet dat vrijwel al het water al weer open lag. Dit in tegenstelling tot Drenthe waar bijna alles nog bevroren was. Het weer hier was echter erg uitnodigend en daarom leenden we een hengel van Jan, maakten 's avonds nog een snoertje en gingen 's morgen uitgelaten op stap.
De wind speelde ons nog wel wat parten en zodoende belandden we via de brug in de weg naar Kampen, langs de Lage Vaart het industrieterrein en de sluizen bij Ketelhaven en tenslotte de dijk langs het Ketelmeer. Daar in de luwte tuigden we onze hengels op en deponeerden het lokaas in het water. We waren niet de enigen die zich hadden laten verleiden door het mooie heldere weer. Dit echter in tegenstelling tot de vissen, die zich tot niets lieten verleiden.
Twee uur lang hebben we genoten van de rust van het Ketelmeer en de prille voorjaarszon, die echter nog niet helemaal opgewassen was tegen de koude wind. Als je aan zo'n groot water zit te vissen, heb je het gevoel dat je nooit ver genoeg uit de kant vist, maar of het er anders van was geworden als we dit wel hadden kunnen doen, waag ik te betwijfelen. We waren al lang blij weer eens aan het water te zitten en gingen na zo'n twee uur op stap om te kijken of er in de polder nog meer leuke watertjes zijn, die in het nieuwe seizoen een bezoek waard zijn. Op die manier ontdekten we een tocht parallel aan de dijk langs het Ketelmeer en de Keteltocht, welke langs het Roggebotse Bos loopt. Hoe we die moeten bereiken weten we nog niet, maar het lijkt wel interessant om dat gedurende het gesloten seizoen eens uit te pluizen.
18 maart, Knardijk / Harderwijk
Vrijdagsavonds kwam ineens Jan aanwippen met de mededeling aasvisjes te hebben gevangen en met de bedoeling daarmee zijn geluk te beproeven op snoekbaars. Op de uitnodiging om mee te gaan, ging ik direct in en zodoende gingen we 's zaterdagsmorgens naar de Knardijk waar de snoekbaars vlak onder de wal , op ondiep water bleek te zitten, op zoek naar paaiplaatsen. Jan had dan ook vrijwel direct beet, maar miste door te snel aan te slaan. Daarna wist hij er beter raad mee en landde twee mooie snoekbaarzen van zo'n 50 à 60 cm, terwijl er nog enkele wisten te ontkomen.
Mijn aas wensten ze echter niet te nemen. daarom bleven mijn activiteiten beperkt tot het inwerpen en leeg binnen draaien van de lijn. Bovendien heb ik jan zijn vissen mogen scheppen en daar was het wel mee bekeken. er waren nogal wat mensen aan het vissen en er werd redelijk gevangen. Ook maakten we kennis met het vissen met een jig. Echt tevreden gingen we een paar uur later dan ook naar huis.
Aangezien Jan direct na thuiskomst weer weg moest, heb ik de vissen schoongemaakt en ingevroren. In de ene vis zat nog het aasvisje en een grote hoeveelheid kuit (jammer genoeg). Toch hebben we heerlijk gegeten van de vis die Jan ons overliet. Echt de moeite waard om nog eens op snoekbaars te gaan.
19 maart, Roggebotsluis
Ook nu was het winderig maar zonnig weer, evenals op 25 februari. Het was het op één na het laatste weekend waarin gevist kon worden en omdat het laatste weekend al niet meer vrij was, besloot ik er nog maar eens van te profiteren. De start in de tocht aan de Hoge Vaart liep op niets uit. Het woei veel te hard en het was zonder enige beschutting ijzig koud. Daarom pakte ik mijn spulletjes weer in en ging op verkenning door de polder. Eerst richting Ketelhaven. Bij de sluis wandelde ik eens in beide richtingen, waarbij ik nog een plastic snoerhouder rijker werd. Tevens werd me nog eens extra duidelijk dat het voorjaar weer in aantocht was, gezien het pasgeboren lammetje dat nog bijzonder onzeker op zijn pootjes stond.
Vandaar reed ik naar de dijk en vond daar behalve het prachtige spel van wind en golven de gesnoeide wilgestruiken, waarvan enkele takken echt de moeite waard leken om meegenomen te worden en ze proberen te laten stekken. Inmiddels (13 april) zitten er in ieder geval al flinke wortels aan.
Verder ging het richting Roggebotsluis. langs de dijk visten nog een paar mensen vanuit de auto. Dat wil zeggen zo'n 50 meter vanaf de hengels, die tussen de basaltblokken stonden. Mij schijnt het in ieder geval niet bijzonder efficiënt op die manier brasem of karper te vangen, zoals men mij wilde doen geloven.
Nabij het Vossemeer vloog een buizerd op uit de berm met, naar ik meende te zien, een merel in zijn klauwen. Een andere buizerd volgde op geringe afstand naar het veiliger Roggebotsebos. Inmiddels kwam de overzijde van het Vossemeer (Vossewaard, Zuiderwaard en Kardoezen) mij steeds aantrekkelijker voor en derhalve ging ik bij de Roggebotsluis links af. Veel verder kwam ik echter niet. Bij het bruggetje links van de weg zaten namelijk twee mannen te vissen en nog wel bijzonder succesvol. De ene voorn na de andere trokken ze uit het water. Dit was te verleidelijk om zelf niet te doen en daarom tuigde ik de hengel weer op en nam plaats op het muurtje tegenover hen.
Al spoedig stapten zij op omdat ze meer dan genoeg hadden gevangen, hoewel ze alles terug zetten. Het uurtje dat ik daar zat was voor mij ook een grandioos succes. 22 voorns belandden in de grote emmer. Ze waren allen tussen de 15 en 20 cm. De 10 grootsten heb ik teruggezet. De andere heb ik meegenomen om mijn beloften aan enkele bezitters van vijvers waar te kunnen maken. Dit is inmiddels ook gebeurd. Enkele vissen huizen momenteel nog in de kale zitbadkuip, maar ik zal mijn best doen er nog een beter aanzien aan te geven, bijvoorbeeld met wat riet en pampusgras. Echt een klus voor het gesloten seizoen!
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Inmiddels is er al weer heel wat tijd verstreken sinds 19 maart, de laatste keer dat mijn ervaringen op papier zijn gezet. Het is namelijk 9 juni en dat wil zeggen dat het nieuwe seizoen inmiddels is geopend. Er is dan ook al weer veel gebeurd, t.w.:
27 mei - zeevissen op de Afsluitdijk bij Kornwerderzand
1 juni - Hoge Vaart / Blankvoorn
4 juni - Hoge Vaart / Boudewijnlaan: Hanzetocht
8 juni - Hanzetocht
Maar voordat wordt begonnen met het neerschrijven van het wel en wee van deze trips, eerst het verhaal van m'n vijver. Met Greetje d'r vader heb ik riet uit een sloot gehaald en dat pardoes in de zitbadkuip gepoot. Dat bleek de vissen echter erg slecht te bekomen. Het aantal liep dan ook drastisch terug. D.w.z. de resterende, want 8 waren er intussen naar andere vijvers verhuisd. Jan daarentegen had er eind maart nog een paar bij ingegooid, waarbij twee grote van zo'n 25 cm. Helaas ook deze prachtige voorns begaven het en daarom zijn de 3 overgebleven exemplaren dan ook snel teruggezet. Daarna heb ik de vijver een goede schoonmaakbeurt gegeven en de wortels van het riet flink afgespoeld. Sindsdien ziet het water er weer veel beter uit en sinds gisteren (8 juni) zitten er 4 nieuwe bewoners in, voorntjes van maximaal 10 cm.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
27 mei Afsluitdijk / Kornwerderzand
Voor 27 mei was er met Jan afgesproken om naar de Afsluitdijk te gaan, waar hij goede ervaringen met het kustvissen had opgedaan. Om 2.30 uur vertrokken we naar Zürich, waar Jan zeepieren had besteld. De eigenaar van het winkeltje aldaar versliep zich echter en toen wij weg wilden rijden om 4.15 uur verscheen eindelijk een slaperig gezicht buiten het raam, waarna we snel van het nodige aas werden voorzien en ons succes konden gaan beproeven. Om op het puntje van de langste strekdam te komen moesten we nog een heel eind lopen en daar aangekomen zaten we te trillen op de rotsblokken door het geloei van de misthoorn pal achter ons.
Jan was al aardig handig in deze soort visserij en boekte al menig succes voordat mijn eerste platvis kon worden binnen gedraaid. Mijn eerste worp betekende namelijk het verlies van mijn eerste paternoster. Toen ik hem na enige tijd binnen wilde draaien, bleek het muurvast te zitten en zodoende begaf de lijn het na enige tijd. Geleidelijk aan kreeg ik steeds beter in de gaten wanneer een vis probeerde het aas te nemen en tot een uur of elf wist er zo'n stuk of tien botten en scharren te verschalken. Jan zag echter kans 24 vissen te vangen, waarvan twee puitalen. Zijn pogingen om m.b.v. een grote dobber geep te vangen liepen daarentegen op niets uit.
Toch had hij heel wat minder schade aan materiaal, want hij verloor helemaal niets, terwijl ik drie keer mijn onderlijn kwijt raakte. De eerste keer dus doordat de lijn vast kwam te zitten. De tweede keer doordat voor mij op nog steeds onverklaarbare wijze de lijn bij het inwerpen om de voet van de molen bleek te zitten, waardoor de lijn het natuurlijk begaf. Tenslotte begaf de lijn het nogmaals bij een inworp, misschien doordat de lijn iets te lang werd vastgehouden. In ieder geval zal de huidige lijn gauw vervangen moeten worden, hij is ten slotte ook al zo'n vier jaar oud en het zeewater laat z'n sporen wel na op het materiaal dat al meerdere malen is gebruikt. Toen we om elf uur terug liepen, was het al bijzonder druk met vissers en aanhang. Heel Kornwerderzand was overstroomd met mensen die langs de hele haven en aan weerszijden van de strekdammen zaten. Daarom is het aan te bevelen om daar vroeg te gaan vissen en in de loop van de morgen op te stappen om plaats te maken voor de dagjesmensen, waardoor je je leven veilig bent, want de meesten moeten nog leren werpen.
1 juni Hoge Vaart / Blankvoorn
Op 1 juni, een donderdag, was het dan weer zo ver. Ik had er dan geen vrij voor genomen, maar 's avonds moest het dan toch gebeuren. Eerst moest er worden gewacht tot de onweersbui over was en dat duurde tot een uur of zeven. In de overtuiging dat de regen nu voorgoed voorbij was en er toch nog wel een succesje te behalen moest zijn, ging ik welgemoed op stap. Maar het "slimme" vissertje kwam bedrogen uit. Bij de Blankvoorn gekomen, besloot ik een eind naar links te lopen, aangezien er nog meer mensen zaten. Toen ik mijn stekkie had uitgezocht, bleek de leuning van mijn stoeltje te zijn gevallen en je raadt het al, het lag vlak bij de auto. Dus weer naar mijn stekkie, het hele eind en daar opnieuw aangekomen bleek de hengel nog in de auto te liggen! Enfin, eindelijk was het dan zover dat de haak werd beaasd en te water gelaten. Helaas werd ik genoodzaakt nogmaals naar de auto te gaan, nog voordat ik één keer beet had gehad. Deze keer was het namelijk nogmaals een stevige onweersbui die mij drijfnat dreigde te maken. Regenkleding was immers overbodig bevonden, want het zou droog blijven!, aldus het "slimme" vissertje.
Nadat de bui was overgetrokken, zocht ik m'n plaats weer op en jawel hoor, na enige tijd zakte de dobber prachtig weg en dus volgde de opslag en die was raak en hoe..... De reactie bleef niet uit want vlak boven de haak begaf de lijn het en tevens bleek al het lood van de lijn verdwenen, ra, ra.... Daarna was er geen vis meer die van zich liet horen en zodoende ging het vissertje danig gedesillusioneerd huiswaarts.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Alvorens verder te gaan met het beschrijven van de daadwerkelijke visavonturen van 4 en 8 juni, wil ik eerst nog even terug blikken op de 14e en 21 mei. Op die dagen ging ik respectievelijk met mijn vader en met Chris een kijkje nemen bij de Hanzetocht om eens te zien hoe het met het paaien was. het was werkelijk fantastisch om te zien hoeveel (grote) vis er rond zwemt in de polder. Vooral de brasem, maar ook andere vissoorten, uitgezonderd de karper, waren bijzonder actief. Ze zaten elkaar achterna en duwden elkaar boven water. Het water was door de hele tocht hevig in beroering. Maar niet alleen de vissen waren de moeite waard, want op 14 mei ontdekten we tevens het nest van een waterhoen en hoorden van verre reeds de zwaan die langs vloog.
Toen we (mijn vader en ik) terug wilden lopen naar de auto, zagen we plotseling een haas uit de linker wal komen en een eindje het land oprennen. Plotseling bleef het zitten, bedacht zich en ging terug naar de tocht, ging onder in de wal zitten, sprong in het water en zwom naar de overkant, net als de haas in het Wisentbos vorig jaar. Aan de andere kant ging het eens rustig zitten het water af te schudden en zekeren alvorens zijn weg te vervolgen.
Doe zondag daarna (21 mei) ben ik met Chris nogmaals wezen kijken. De vissen waren nog steeds actief, terwijl de eieren van de meerkoet nog niet waren uitgekomen. Verder was er weinig opmerkelijks, hoewel het voor Chris, die zoiets voor het eerst zag, een geweldige ervaring was.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
4 juni - Hoge Vaart / Boudewijnlaan: Hanzetocht
Deze dag zou de voorgaande keer (1 juni) goed moeten maken, maar ook nu viel het weer tegen, al hoewel........ Omstreeks 6.00 uur ging ik mijn opwachting zitten maken aan de Hoge Vaart nabij de Boudewijnlaan. Ook nu begon het geklungel al snel. Een haak waarvan de punt afbrak zonder dat ik er erg in had. Na enige keren een aanslag te moeten missen omdat de vis niet voldoende was gehaakt merkte ik het euvel op en verving de haak. Nog bleef het ongeluk me deze dag achtervolgen. Bij een nieuwe aanbeet ging de vis door de lijn, evenals op 1 juni. Een andere lijn beloofde evenmin veel goeds, want doordat opnieuw een vis aan de hak wist te ontkomen, raakte het snoer dusdanig verward dat ook dit moest worden afgeschreven. Ten slotte maakten drie voorns deze dag toch nog tot een enigszins geslaagde dag, hoewel het gezien de mogelijkheden veel beter had moeten zijn. Zo zie je maar weer eens dat goed materiaal het halve werk is.
Maar zoals gezegd, een redelijk resultaat tot dat moment, want ik wilde het niet over mij heen laten gaan en ging het 's avonds nog eens in de Hanzetocht proberen en dat bleek een prima idee. De ene voorn na de andere werd gevangen, zowel grote als kleine exemplaren namen gretig het aas. Brood en mini wormen, zoals men ze in de winkel noemt. Zo af en toe werd er hevig geknokt aan de 0.12 lijn en moest er behoedzaam worden geschept. Zo ook met die pracht van een ruisvoorn van 31 cm. Helaas had ik het fototoestel thuis gelaten, zodat dit prachtexemplaar niet kon worden vereeuwigd. In totaal werden er die avond maar het liefst 25 stuks gevangen en voor deze dag gold dus "eind goed, al goed"!
8 juni - Hanzetocht
Die week ging ik nog eens naar de Hanzetocht om mijn geluk te beproeven en opnieuw werd het een succes. Weer werden er zo'n 20 voorns gevangen. Het waren allemaal kleine exemplaren. Dit had anders kunnen verlopen indien die ene vis anders was gehaakt. Op een bepaald moment was plotseling het kleine dobbertje recht tegenover me aan de overkant verdwenen. dat moment miste ik helaas, maar goed de reactie was grandioos. de vis die zich zelfs niet liet zien, zwom in één rechte lijn rechts van me en was eigenlijk niet te sturen. Omdat rechts van me een bosje stond moest ik de vis proberen te keren en derhalve hield ik het dunne lijntje zo strak mogelijk, maar helaas de haak schoot los! Een andere keer beter!
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Inmiddels is het visseizoen al behoorlijk gevorderd (16 augustus), het schrijven in dit boek vormt daarmee een schrille tegenstelling. In de tussen liggende tijd is er dan ook heel wat gebeurd. In die periode ben ik namelijk een vismaat rijker geworden, t.w. Fred Gregorowitz. Hij woont ook aan de Killick en is ook verwoed visser. Van hem heb ik inmiddels heel wat geleerd, m.n. nieuwe stekkies. Hij zocht het altijd meer richting Elburg, terwijl jan en ik meer naar de kant van Kampen en Ketelhaven gingen. Met name de Oldebroeker - en Oosterwoldetocht zijn nu erg favoriet. Maar laat ik bij het begin beginnen en zo het verloop van de afgelopen periode de revue passeren, voor zover ik me dat kan herinneren.
Op een zaterdagochtend ben ik met een collega, Henk Noord, wezen vissen bij de Blankvoorn. het was stralend weer en het was de bedoeling mijn nieuwe holglashengel in te wijden, welke een week eerder in Groningen bij Blom was gekocht. het is een zwarte holglas insteekhengel van 6 meter lengte. de details van deze ochtend kan ik me niet meer herinneren. Wel dat er zo'n vijf vissen in het leefnet belandden, waarvan er ook enkele aan de nieuwe hengel werden gevangen. Deze hengel geeft veel meer actie dan de Lerc, die veel stugger is en dat heeft tot gevolg dat de aangeslagen vis veel meer strijd oplevert. Henk Noord had veel minder succes, maar misschien kwam dit wel omdat het voor hem de eerste keer was dit seizoen, hij ving er namelijk slechts één voorn
Bij het schrijven over de nieuwe hengel schoot me daarnet te binnen dat ik dat weekend in het noorden ook nog een keer met Chris naar het Oranjekanaal ben geweest. Dat was op de ochtend van de TT. De avond ervoor waren we met Chris en Rika wezen stappen in Assen en daarom wilden we deze ochtend niet te vroeg gaan. Om negen uur vertrokken we zo ongeveer. De meest voor de hand liggende weg werd nog als eenrichtingsverkeer aangeduid i.v.m. de TT. Omdat er vrijwel geen verkeer meer kwam uit de richting van Beilen, reden we om het hek met het bord "verboden in te rijden" en zagen her en der geposteerde politieagenten in hun auto's stappen toen we passeerden. Waarschijnlijk deden ze dit omdat ze dachten dat de weg weer in beide richtingen was opengesteld. Gelukkig bereikten wij zonder kleerscheuren onze bestemming en gooiden nog even een hengeltje uit.
Weer was het Chris die menige vist wist te verschalken, terwijl ik slechts twee kleine voorns ving. Voor mij is Chris altijd nog een raadsel, een visser waar ik mijn petje voor af neem. Onbegrijpelijk hoe hij vissen weet te vangen als een ander nauwelijks of geen beet krijgt. Ook deze keer wist hij weer een flinke brasem te haken, die op het laatste moment echter wist te ontkomen. En dan die aanslag waarbij slechts een schub boven water kwam. Deze schub was echter dermate groot dat ik nog niet weet hoe groot die vis ongeveer moet zijn geweest. Waarschijnlijk was die afkomstig van een karper, gezien de geringe hoeveelheid slijm en de reactie op de aanslag.
Met Jan van de Veen heb ik niet meer zoveel gevist, voornamelijk t.g.v. de vakantie en het afwezig zijn van één van ons beiden tijdens de weekenden. met Fred Gregorowitz daarentegen ben ik tot nu toe wel een keer of zeven op stap geweest. De eerste keer dat we samen op stap gingen, was op een avond door de week. We probeerden het aan de Swiftervaart, maar dat werd geen succes. De stroming was er erg sterk en dat het vissen behoorlijk moeilijk. Bovendien loog de stroming van boven er ook niet om. De regen viel zo af en toe met bakken uit de lucht. Op een gegeven moment was mijn dobber vertrokken en zoals je bij zo'n plotselinge aanbeet mag verwachten, leverde de aanslag een redelijke voorn op. Daarbij bleef het helaas, want hoewel Fred nog één keer een hele fraaie aanbeet kreeg, leverde dit niets op. Zijn dobber kwam heel mooi omhoog, een brasem dus?? dan verwacht je toch dat de aanslag niet kan mislukken, maar helaas was dat dus wel het geval.
Daarna zijn we op een zaterdagochtend naar de Oldebroeker Tocht aan de Alikruikweg gegaan en dat was voor mij toch wel een openbaring. het is een prachtige brede tocht, met aan de ene zijde een smalle oever vanwaar je kunt vissen en aan de overkant verspreid enkele bossages. de tocht is mooi schoon en ongeveer één meter diep. de stroming kan er behoorlijk variëren, afhankelijk van de bemaling. Het was werkelijk een genot om er die ochtend te vissen. We zaten heerlijk alleen en de vissen gaven ons behoorlijk wat gezelschap. In het begin ging het een beetje moeilijk, maar de wormen als aas boden uitkomst. Eerst waren het enkele voorns die het aas gretig accepteerden en vervolgens kwamen ook de brasems los. Flinke exemplaren probeerden een worm te pakken en dat leverde op het tamelijk ondiepe water flinke vechtpartijen op.
Het blijkt namelijk dat het geringe drukverschil op ondiep water de vis de mogelijkheid geeft behoorlijk weerstand te bieden. Dit in tegenstelling tot de diepere kanalen waar een vis aan de oppervlakte meestal meteen zijn zij laat zien en rijp is om te scheppen. Zo was het hier dus niet. je was niet eerder zeker van je vangst voordat de vis geland was. En zelfs dat scheppen viel niet mee met het vrij kleine schepnet. De eerste flinke brasem, zo'n 45 cm, sprong er namelijk even zo vlot weer uit. Zodoende kwam Fred mij te hulp en schepte de vis uit het water nadat die eerst weer uit het riet was geloodst. Vijf grote brasems ving ik die dag, terwijl Fred er ook stuk of vier ving. Bovendien vulde een behoorlijk aantal voorns de buit aan.
De volgende week was het vissen op dezelfde stek iets moeilijker door de hardere stroming, maar desondanks werden de leefnetten wederom goed gevuld.